Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W. (twaalfde gedeelte)

 

Artikel 39
1
Artikel 86, eerste lid, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing, zolang een vóór het in werking treden van de wet, met toepassing van artikel 22 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) of artikel 156 van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen (Stb. 1961, 31) gelegd bodembeslag niet is afgewikkeld.
2
Artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990 en artikel 156, vierde lid, van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen, zoals die bij deze wet zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing met betrekking tot een vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet gelegd bodembeslag voor zover het betreft de rechten van hen die tot aan dat tijdstip reeds op grond van de toenmalige artikelen 2014, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek en 230 van het Wetboek van Koophandel bevoegd waren tot de terugvordering van een in beslag genomen zaak.
Slotbepalingen
1
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
2
Onze Minister van Justitie kan de voorgaande bepalingen als hoofdstuk of deel van een hoofdstuk in het geheel van de Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw Burgerlijk Wetboek invoegen met de daartoe nodige wijziging in de nummering, mede in de verwijzingen.
3
Deze wet kan worden aangehaald als Invoeringswet Boeken 3, 5 en 6 nieuw B.W. (twaalfde gedeelte).
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 2 april 1991
Beatrix
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de veertiende mei 1991
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •